Wijzigingen per 1 mei 2023 Betekeningsverordening
Op 27 maart jl. werd de uitvoeringswet van de Betekeningsverordening ((EU) 2020/1784) gepubliceerd. De uitvoeringswet zal op 1 mei aanstaande in werking treden. Onderstaand alvast een aantal belangrijke wijzigingen op een rijtje.
Nieuw tarief EU-betekeningen
In artikel 6 van de uitvoeringswet wordt het tarief voor de vergoeding voor bijstand inzake de betekening of kennisgeving van uit een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken gewijzigd van € 65,- naar € 125,-.
KBvG geen ontvangende instantie meer
Onder de oude verordening was de KBvG aangewezen als centrale instantie. De KBvG had daarmee de taak om aanvragen voor betekening of kennisgeving uit andere lidstaten in ontvangst te nemen en door te sturen. Onder de nieuwe verordening dienen de stukken door de verzendende instanties in het buitenland rechtstreeks naar een gerechtsdeurwaarder (ontvangende instanties) te worden verzonden en niet meer aan de KBvG.
De KBvG is in de uitvoeringswet aangewezen als centraal orgaan en krijgt daarmee een andere taakstelling, namelijk het verschaffen van informatie aan verzendende instanties en het zoeken van oplossingen voor problemen die zich bij de verzending van stukken ter betekening of kennisgeving kunnen voordoen. De KBvG zal dus geen aanvragen meer doorsturen naar een ontvangende instantie (in Nederland: de gerechtsdeurwaarder).
Alle deurwaarders in Nederland zijn aangewezen als verzendende en ontvangende instantie.
Verzending stukken via gedecentraliseerd IT-systeem (e-CODEX)
In de Betekeningsverordening ((EU) 2020/1784) is bepaald dat met ingang van 1 mei 2025 de verzending van stukken en verdere communicatie tussen de verzendende instantie en de ontvangende instantie op grond van de verordening voortaan digitaal zal verlopen via een gedecentraliseerd IT-systeem (e-CODEX) (artikel 5 jo. artikel 37 lid 3 van de Verordening).
De uitvoeringswet gaat aan die uitgestelde inwerkingtreding voorbij en wijzigt de aanhef van het tweede lid van artikel 56 Rechtsvordering als volgt: Een deurwaarder die is aangewezen als verzendende instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, verzendt een afschrift van het te betekenen stuk aan een ontvangende instantie als bedoeld in artikel 3, tweede lid van de verordening ter betekening aan degene voor wie het stuk bestemd is via het systeem zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening of via alternatieve middelen van verzending in het geval van artikel 5, vierde lid, van de verordening.
Een alternatief middel is toegestaan wanneer verzending via e-CODEX niet mogelijk is wegens de verstoring van het gedecentraliseerde IT-systeem of wegens uitzonderlijke omstandigheden, dan vindt de verzending met behulp van de snelste, meest geschikte alternatieve middelen plaats, ermee rekening houdend dat betrouwbaarheid en veiligheid gewaarborgd moeten zijn.
Stand van zaken inrichting gedecentraliseerd IT-systeem (e-CODEX)
De KBvG en de SNG zijn met het ministerie van J&V al enkele maanden in overleg over de inrichting en toegang van de gerechtsdeurwaarders tot e-CODEX als systeem voor gegevensuitwisseling in het kader van de betekeningsverordening. Het system waaraan wordt gerefereerd, is echter nog niet operationeel.
De KBvG adviseert daarom om gebruik te maken van het volgende relaas:
“Nu er nog geen sprake is van een operationeel veilig en betrouwbaar gedecentraliseerd IT-systeem ter uitwisseling van stukken als bedoeld in art. 5 lid 1 van de Verordening (eu) 2020/1784 van het Europees parlement en de raad van 25 november 2020 en verzending via dit systeem dus (nog) niet mogelijk is, heeft de verzending plaatsgevonden op de navolgende alternatieve wijze…”
Adresbevraging
Op grond van artikel 7 lid 1 sub a van de Verordening zijn gerechtsdeurwaarders in Nederland zijn verplicht en bevoegd bijstand te verlenen bij het achterhalen van voor verzendende instanties in het buitenland.
Het verlenen van bijstand bij het achterhalen van een adres waarvoor een gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk uit een EU-lidstaat moet worden betekend of in kennis moet worden gegeven als bedoeld in art. 7 van de Betekeningsverordening 2020/1784 is namelijk een handeling die terug te leiden is naar de publieke taak waarvoor de gerechtsdeurwaarders bevoegd en geautoriseerd zijn, omdat – gelet op het dwingende en inbreukmakende karakter van betekening en kennisgeving – er uit het oogpunt van rechtszekerheid wel een zekere vorm van een (voornemen tot een) opdracht aanwezig is bij de adresbevraging dat overheidshandelen rechtvaardigt. Omdat hier sprake is van doelbinding mag de gerechtsdeurwaarder adresgegevens opvragen uit de BRP op grond van het bestaande autorisatiebesluit.
Heeft het wijzen van een herstelvonnis op basis van art. 31 of 32 Rv gevolgen voor de appeltermijn?
Wat is het geval in deze casus:
Op 8 juni 2022 is er een eindvonnis gewezen, welke bij herstelvonnis van 6 juli 2022 is hersteld. Op 3 oktober 2022 wordt hoger beroep ingesteld. Nu is de vraag of appellant ontvankelijk is in zijn hoger beroep.
Het antwoord luidt nee! Het Hof overwoog daarbij dat uit art. 339 lid 1 Rv volgt dat de termijn voor het instellen van hoger beroep in een gewone dagvaardingsprocedure drie maanden is, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis. Deze termijn is van openbare orde. Het hof dient dan ook ambtshalve die termijn te handhaven. Dat betekent dat gelet op de datum van het vonnis van 8 juni 2022 uiterlijk op 8 september 2022 de appèldagvaarding aan geïntimeerden betekend had moeten worden. Het exploot van dagvaarding is na deze termijn, namelijk op 3 oktober 2022, en dus te laat uitgebracht.
Dat het vonnis van 8 juni 2022 gevolgd is door een herstelvonnis van 6 juli 2022 en partijen van mening verschillen over de vraag of sprake is van een herstelvonnis in de zin van artikel 31 of 32 Rv maakt ook niet uit. In geen geval wordt daardoor de appeltermijn van het oorspronkelijke vonnis van 8 juni 2022 gewijzigd. Appellant is dus niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep van het vonnis van 8 juni 2022.
Vervolgens komt de vraag aan de orde of appellant ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen het herstelvonnis van 6 juli 2022.
Het hof overweegt dat er wat betreft de aanvang van de hoger beroepstermijn geen onderscheid bestaat tussen (het dictum zoals uitgesproken in) het vonnis van 8 juni 2022 en de verbetering van het dictum van het vonnis met als datum 6 juli 2022.Tegen het deel van het dictum/vonnis waar de verbetering niet op ziet, loopt de hoger beroepstermijn vanaf 8 juni 2022. Voor het verbeterde deel geldt dat dit deel terugwerkende kracht heeft. Daarom krijgt het vonnis 8 juni 2022 geen, ook niet voor wat betreft het verbeterde deel, nieuwe datum. Voorts staat gelet op art. 31 lid 4 Rv geen hogere voorziening open tegen het herstelvonnis van 6 juli 2022. Appellant is daarom niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch kwam tot dit oordeel op 28 februari 2023 (ECLI:NL:GHSHE:2023:668).
Stam Gerechtsdeurwaarders en Incasso draait op volle toeren.
Stam Gerechtsdeurwaarders en Incasso is al meer dan 25 jaar een gevestigde naam in de regio Purmerend. Kees Stam heeft als oprichter in mei van dit jaar de activiteiten van het kantoor overgedragen aan Tamara Bierlee. Voor velen is Tamara een bekend gezicht. Voordat zij het stokje overnam was ze al 25 jaar actief voor het kantoor.
De eerste maanden waren hectisch vertelt Tamara. “Ik had natuurlijk mijn vaste werk als gerechtsdeurwaarder, maar kreeg daar ook de bekende managementtaken bij. Inmiddels hebben we ons team van deurwaarders kunnen versterken met de komst van Marcel de Heer. Daardoor kan ik mij nu meer richten op het inzetten van de koers die wij als team voor ogen hebben.”
Ervaring en visie heeft de toekomst.
Tamara: “Ons team van gerechtsdeurwaarders bestaat nu uit Brigitte Koning, Marjolein Lasonder, mijn eigen persoon en nieuwkomer Marcel de Heer. Marcel heeft ook een langdurige ervaring als deurwaarder, kent ons werkgebied als zijn broekzak en heeft dezelfde visie op het vak als de rest van ons team.”
Marcel de Heer: ”Als deurwaarder sta je tussen de partijen en ben je op zoek naar de beste oplossing voor zowel de schuldeiser als degene die een schuld heeft. Daarbij heb je een adviserende rol, zowel juridisch als financieel. Met respect handelen brengt de schuldenaar en onze opdrachtgever vaak dichterbij de oplossing. Wat ik merk is dat met name vanuit het MKB er veel behoefte is aan goede juridische dienstverlening.”
Maatwerk en advies steeds belangrijker.
Marjolein Lasonder zit inmiddels al 17 jaar in het vak en ziet dat succesvol incasseren steeds meer gaat over maatwerk. “Ik heb daarom veel contact met debiteuren om tot een oplossing te komen. Goede communicatie is belangrijker dan ooit.”
Brigitte sluit zich daarbij aan: “Daar hoort wel bij dat wij de schuldeiser van die informatie voorzien waar hij of zij recht op heeft, maar we hebben ook een luisterend oor voor de schuldenaar. Zo verbinden wij partijen om tot de beste oplossing te komen.
Volgens Tamara is het beroep van gerechtsdeurwaarder een niet alledaags beroep: “De interactie tussen mensen speelt een grote rol. Als deurwaarder moet je verbinden en bruggen durven slaan.”
Stam Gerechtsdeurwaarders en Incasso werkt voor mkb-bedrijven, overheidsinstellingen, het CJIB, woningcorporaties en instellingen in de medische- en paramedische sector in en door heel Nederland. |